Christelijke basisschool Vesterhavet zet onze programma’s in om zwakke lezers te ondersteunen

Leestijd 5 minuten

[NL-L] Christelijke basisschool Vesterhavet zet onze programma’s in om zwakke lezers te ondersteunen

Zwakke lezers en moeilijke spellers verdienen extra aandacht

Op christelijke basisschool Vesterhavet in Hoofddorp krijgen de leerlingen hoogwaardig onderwijs. Het team geeft leerlingen de zorg die ze nodig hebben en creëert een sfeer waarbij alle kinderen en hun ouders zich veilig en welkom voelen. Leerlingen die op het gebied van lezen en spelling niet meekomen met het tempo van de groep krijgen extra ondersteuning. Op school wordt gewerkt met Bouw! en met Letterster, deze programma’s worden ingezet vanuit de stichting Meer Primair. Zwakke lezers en moeilijke spellers verdienen immers extra aandacht. Lexima ging langs bij de school en sprak met Carolien Huizing, leerkracht groep 6 en bouwcoördinator, en Kim van Weeren, leerkracht groep 3 en Intern Begeleider. Bouw! en Letterster staan regelmatig op de agenda van het stichtingbrede IB-netwerk. Hierdoor blijft iedereen scherp.

Vesterhavet heeft een gemengde populatie. Een redelijk groot aantal leerlingen heeft een NT2- achtergrond. De groepen tellen gemiddeld 23 leerlingen en de groepsleerkrachten worden met extra handen in de klas, en daarbuiten, ondersteund waar nodig. Kim: ‘Onze school kiest bewust voor kleine groepen waar onze leerkrachten kunnen diff erentiëren naar de verschillende niveaus van de leerlingen. Naast de gewone les bieden we kinderen die dat nodig hebben extra ondersteuning. Afhankelijk van het probleem kan dat in groepjes maar ook individueel.’

‘We verkeren best wel in een luxe-positie’, vult Carolien aan. ‘Doordat we relatief veel ondersteunend personeel hebben, zijn we fl exibel en kunnen we ziekte en verlof van collega’s goed opvangen. Hierdoor is het bijna nooit nodig om groepen op te delen, laat staan naar huis te moeten sturen.’

Signaleren in groep 2

Vesterhavet werkt al geruime tijd met Bouw!. De eerste leerling die ermee werkte, had een TOS en kreeg Bouw! aangeboden vanuit het zorgarrangement. Al snel werd het programma vanuit de stichting, Meer Primair, aangeboden.

‘In groep 2 hebben we een signaleringsmoment’, legt Kim uit. ‘We beoordelen dan onder meer de letterkennis, auditieve synthese en kijken of er een vermoeden is van dyslexie of een andere indicator van een mogelijk leesprobleem. Bij deze leerlingen zetten we Bouw! preventief in om ze meer met letters en woorden te laten werken zodat ze een voorsprong krijgen in groep 3. Dat geeft ze dan een basis om verder te komen.’

Ook starten er kinderen in groep 3 met Bouw!. Zij starten zodra de groepsleerkracht ziet dat leerlingen niet voldoende meekomen met de groep en er een achterstand dreigt te ontstaan. Carolien: ‘De vroege inzet van Bouw! helpt mee om een goed dossier op te bouwen dat nodig is voor leerlingen met dyslexie. Zo kan de juiste extra ondersteuning snel worden aangevraagd.’

Kinderen die zijn aangemeld voor een vergoed dyslexietraject buiten de school werken op school nog wel met Bouw!, maar thuis niet meer. Kim: ‘Ze hebben dan al veel extra huiswerk.’

Op school én thuis

Bouw!-leerlingen werken eens per week op school met een tutor. Tutoren komen uit zowel groep 6 als groep 7. Het eerste half jaar is een leerling uit groep 7 de tutor en het tweede halfjaar een leerling uit groep 6. ‘Het voordeel van de gesplitste werkwijze is dat de eerste periode een ervaren tutor het kind begeleidt en we de tweede periode juist een nieuwe tutor kunnen opleiden’, licht Kim toe. ‘Zo hebben we daar een mooie continuïteit voor gevonden. Daarnaast werken de Bouw!’ers met een stagiair of een van de ondersteuners. Zo zorgen we dat er twee keer per week op school wordt geoefend.’

Van de Bouw!-leerlingen wordt verwacht dat ze niet alleen op school, maar ook tweemaal per week thuis in het programma werken. ‘De inzet van Bouw! thuis wisselt’, zegt Carolien. ‘Helaas hebben we daar minder invloed op. Dit gaat niet bij iedereen even goed, maar door regelmatig met de ouders contact te hebben, zorgen we dat ze het belang van het programma voor hun kind onderkennen.’

Behouden van het niveau

Veel leerlingen die Bouw! hebben afgerond werken sinds schooljaar ‘22/’23 ook met Letterster. Zeker wanneer ze een dyslexietraining hebben gevolgd. Op deze manier zorgt de school dat de leerlingen bij blijven en voorkomen ze het terugvallen. ‘Letterster gebruiken we vooral voor het leren van de spelling’, vertelt Carolien. ‘Leerlingen werken eens per week in kleine groepen met een onderwijsondersteuner in het programma en eens per week in de klas. Verder werken ze in ieder geval één, liefst twee keer thuis. In elk groep 4, 5, 6, 7 en 8 werken er meerdere leerlingen met Letterster.’

‘We zetten het in als we merken dat leerlingen achter gaan lopen, daarnaast bij de diagnose dyslexie en TOS’, vult Kim aan. ‘We zetten het soms ook in bij leerlingen met een NT2-achtergrond. Vorig jaar was er een leerling die een achterstand had opgebouwd, die hebben we met Letterster laten werken en nu merken we al dat die weer helemaal op niveau zit. Bij sommige andere leerlingen schommelt de vooruitgang. Soms scoren ze op niveau, soms eronder. Maar we merken wel dat leerlingen hun niveau behouden en niet verder achteruitgaan. We zetten Letterster in bij de zwakke leerlingen. En dat zij niet verder achteruit gaan, maar zelfs een kleine groei doormaken is natuurlijk al winst!

Structureel inplannen

De uitrol van Letterster verliep goed. Stichting Meer Primair heeft samen met Lexima een bijeenkomst over het programma gehouden waarin de medewerkers leerden wat het is en hoe ze het inzetten om het meeste eff ect te behalen. Aangezien de leerkrachtondersteuners die met Bouw! werken ook Letterster gaan doen weten ze al snel hoe ze het moeten gebruiken.

Carolien: ‘Aangezien we als school nog niet heel lang met Letterster werken, merken we dat het nog niet helemaal bij iedere leerkracht in het systeem zit. Het moment van werken met Letterster in de klas schiet er soms nog wel bij in. Als de hele klas iets op de computer gaat doen, is dat voor de kinderen een mooi moment om Letterster erbij te pakken. Maar als de leerkracht er niet bovenop zit, gebeurt het niet. Het belang ervan is voor iedereen bekend, maar het blijft lastig om het structureel in te plannen.

Kim sluit af met een tip: ‘De klankkaarten uit Letterster hebben we netjes gelamineerd. De leerlingen mogen die ook gebruiken tijdens de gewone spellingsles. Zo leren ze daar ook de verschillende symbolen te gebruiken.’