Bouwen aan succes: het geheim van Bouw! met tutoren
Leestijd 5 minuten
Categorie(ën):
OBS De Bolder in Drachten werkt sinds een aantal jaar met Bouw!. IB’er
Esther Cordes maakt bovenbouwleerlingen eigenaar van het hele proces
rondom Bouw!. Meerdere leerlingen uit groep 8 – waaronder Kobe Hofkamp
en Jasmijn van der Kooi – helpen juf Esther in het goed neerzetten van
Bouw! binnen de school. Bij De Bolder wordt elke dag met Bouw! geoefend.
Op welke manier zijn de bovenbouwleerlingen eigenaar van het proces binnen Bouw!?
Esther: “Vorig schooljaar hebben de tutoren al een andere rol gekregen, dit schooljaar zijn we daar echt mee gestart. Na
de zomervakantie hebben we een bijeenkomst gehouden met alle bovenbouwleerlingen. Hierin heb ik uitgelegd wat Bouw! inhoudt. Ook hebben alle
bovenbouwleerlingen de tutoren vragenlijst ingevuld. Hierin kunnen ze hun wensen aangeven voor de komende periode. Denk hierbij aan: wil je een leerling
begeleiden, stoppen als tutor, of reserveleerling worden; met welke leerlingen wil je werken: jongen of meisje, kleuter of oudere leerling, één leerling of
twee leerlingen; wil je stukjes voor de nieuwsbrief schrijven, of helpen met de begeleiding?”
Jasmijn vult aan: “Soms geven klasgenoten aan dat ze even niet meer willen helpen, dat mag ook. Het voordeel hiervan is dat als we echt te kort komen door ziekte of zo, we hen nog wel kunnen vragen om te helpen.”
Hoe helpen de tutoren mee in de begeleiding? Esther: “De bovenbouwleerlingen zien op het schema met welke leerling ze gaan oefenen. Ook is er een plattegrond waarop staat waar ze gaan zitten. Bij de kleuters oefenen we 30 minuten per week en vanaf groep 3 oefenen we 60 minuten per week met Bouw!. Er zijn bovenbouwleerlingen die helpen met de organisatie rondom Bouw!. Zij regelen reserve-tutoren wanneer iemand ziek is, lopen soms rond en/of geven aanwijzingen tijdens de oefenmomenten, helpen met het maken van de schema’s en plattegronden, en kijken naar de oefentijd per week. In het begin hadden zij geen idee van wat er allemaal bij komt kijken om een oefenschema op te stellen. Dat is namelijk een hele klus qua organisatie. We zijn samen gaan zitten en hebben middels strookjes met namen en kleuren (wie kan wel/niet op welke dag) een nieuw oefenschema van leerlingen en tutoren in elkaar gepuzzeld. Zo hebben we de leerlingen en tutoren ingedeeld.”
Kobe: “Ja, en toen moesten we ze ook nog indelen in de plattegrond. Op één dag in de week hebben we wel 38 leerlingen die ergens moeten zitten.”
Hoe start je als tutor? Kobe: “Vorig jaar zijn wij door leerlingen uit toen groep 8 begeleid, zij gingen ons vertellen hoe het moest. Nu vertellen wij dat aan nieuwe tutoren. We nemen ze dan mee in de schema’s, hoe die werken.”
Jasmijn: “Ook loggen ze in met een nep-leerling en gaan ze een paar keer oefenen als tweetal. Wij kijken dan of dat goed gaat. Als ze het goed doen kunnen ze zelf met een leerling gaan oefenen. Anders hebben ze nog wat hulp nodig en gaan ze een paar keer bij ons zitten om te kijken hoe het echt gaat.”
Waar letten jullie op om te kijken of het goed gaat? Jasmijn: “We kijken of ze op de goede plaats zitten. Ze moeten als tutor links zitten zodat ze het balkje goed kunnen lezen. We kijken of ze de letters wel goed uitspreken [fonetische benoeming – MK], want anders begrijpen de leerlingen dit niet.”
Soms lees je met twee leerlingen op één dag, hoe doen jullie dat? Kobe: “Als je met een oudere leerling leest, dan red je dat niet. Dan moet je al een kwartier lezen en heb je nog maar 10 minuten over, dat is te kort. Maar als je met een kleuter leest, lees je 3x 10 minuten per week. Dan kan je met twee leerlingen achter elkaar lezen. Je start met de leerling die als eerste op school is.”
Wat doe je als tutor wanneer een leerling niet wil lezen? Jasmijn: “Dan ga je eerst vragen wat er is. Er was zonet ook een meisje dat niet wilde lezen en alleen maar boos keek. De tutor vroeg aan haar wat er aan de hand was. Ze zei: ‘Ik heb geen zin!’ Dan komen Kobe en ik, maar wij konden ook niks doen. Dan halen we juf Esther erbij. Zij heeft met haar gepraat en uiteindelijk weet ik niet of ze heeft gelezen.”
Esther: “Ja hoor, ze wou iets niet missen wat de klas op dat moment ging doen. Ik heb geregeld dat ze dat na het lezen alsnog mocht doen.”
Kobe: “Maar eigenlijk gebeurt dat bijna nooit, de meeste kinderen vinden het juist heel leuk om Bouw! te doen.”
Wat maakt het zo leuk om als tutor te helpen? Kobe: “Bijvoorbeeld de hulp die je kunt geven met spelletjes, dat vind ik heel grappig. Met Memory dacht een jongen iets niet te weten. Hij las ‘pop’ en klikte daarna op het plaatje ‘pop’. Daar werd hij heel enthousiast van. Het is leuk om kinderen te leren lezen, je helpt ze eigenlijk met hun toekomst. Lezen is echt heel belangrijk.”
Jasmijn: “Sommige kinderen vinden het ook niet leuk als je geen complimentjes geeft. Je moet daarom ook heel veel complimentjes geven.”
Juf Esther: “Ja, dat doen jullie heel goed.”
Jullie hebben ook een schema om te kijken naar de oefentijd per week. Hoe werkt dat? Kobe: “Het doel is om wel 60 minuten per week te halen.”
Juf Esther: “Bij de kleuters is dat 30 minuten. Heel soms lukt het niet om dit te halen. Maar het streven is er wel. Het is belangrijk dat de kinderen op tijd starten. Dan zijn ze ook op tijd klaar en kunnen ze in de klas om kwart voor 9 starten met de les.”
Kobe en Jasmijn hebben een stappenplan gemaakt voor de tutoren om de oefentijden bij elkaar op te tellen aan het einde van de week. Ze kwamen er achter dat klasgenoten niet altijd goed rekenden, omdat er maar 60 minuten gaan in een uur en de klasgenoten doortelden tot 100.
Esther: “We werken in blokken van 10 weken en dan hebben we een stopweek. In die week kijken we of alle oefentijden kloppen, vragen we welke tutoren door willen en maken we nieuwe schema’s.”
Kobe: “En houden we een nieuwe bijeenkomst om te kijken hoe het gaat.”
Esther: “De tutoren helpen met alle aspecten. Hun betrokkenheid is groot, ze voelen zich echt verantwoordelijk en stralen dat ook uit. Dat maakt dat het Bouw!-lezen voor mij elke dag weer een feestje is. Het is echt mijn genietmoment van de dag!”
Jasmijn vult aan: “Soms geven klasgenoten aan dat ze even niet meer willen helpen, dat mag ook. Het voordeel hiervan is dat als we echt te kort komen door ziekte of zo, we hen nog wel kunnen vragen om te helpen.”
Hoe helpen de tutoren mee in de begeleiding? Esther: “De bovenbouwleerlingen zien op het schema met welke leerling ze gaan oefenen. Ook is er een plattegrond waarop staat waar ze gaan zitten. Bij de kleuters oefenen we 30 minuten per week en vanaf groep 3 oefenen we 60 minuten per week met Bouw!. Er zijn bovenbouwleerlingen die helpen met de organisatie rondom Bouw!. Zij regelen reserve-tutoren wanneer iemand ziek is, lopen soms rond en/of geven aanwijzingen tijdens de oefenmomenten, helpen met het maken van de schema’s en plattegronden, en kijken naar de oefentijd per week. In het begin hadden zij geen idee van wat er allemaal bij komt kijken om een oefenschema op te stellen. Dat is namelijk een hele klus qua organisatie. We zijn samen gaan zitten en hebben middels strookjes met namen en kleuren (wie kan wel/niet op welke dag) een nieuw oefenschema van leerlingen en tutoren in elkaar gepuzzeld. Zo hebben we de leerlingen en tutoren ingedeeld.”
Kobe: “Ja, en toen moesten we ze ook nog indelen in de plattegrond. Op één dag in de week hebben we wel 38 leerlingen die ergens moeten zitten.”
Hoe start je als tutor? Kobe: “Vorig jaar zijn wij door leerlingen uit toen groep 8 begeleid, zij gingen ons vertellen hoe het moest. Nu vertellen wij dat aan nieuwe tutoren. We nemen ze dan mee in de schema’s, hoe die werken.”
Jasmijn: “Ook loggen ze in met een nep-leerling en gaan ze een paar keer oefenen als tweetal. Wij kijken dan of dat goed gaat. Als ze het goed doen kunnen ze zelf met een leerling gaan oefenen. Anders hebben ze nog wat hulp nodig en gaan ze een paar keer bij ons zitten om te kijken hoe het echt gaat.”
Waar letten jullie op om te kijken of het goed gaat? Jasmijn: “We kijken of ze op de goede plaats zitten. Ze moeten als tutor links zitten zodat ze het balkje goed kunnen lezen. We kijken of ze de letters wel goed uitspreken [fonetische benoeming – MK], want anders begrijpen de leerlingen dit niet.”
Soms lees je met twee leerlingen op één dag, hoe doen jullie dat? Kobe: “Als je met een oudere leerling leest, dan red je dat niet. Dan moet je al een kwartier lezen en heb je nog maar 10 minuten over, dat is te kort. Maar als je met een kleuter leest, lees je 3x 10 minuten per week. Dan kan je met twee leerlingen achter elkaar lezen. Je start met de leerling die als eerste op school is.”
Wat doe je als tutor wanneer een leerling niet wil lezen? Jasmijn: “Dan ga je eerst vragen wat er is. Er was zonet ook een meisje dat niet wilde lezen en alleen maar boos keek. De tutor vroeg aan haar wat er aan de hand was. Ze zei: ‘Ik heb geen zin!’ Dan komen Kobe en ik, maar wij konden ook niks doen. Dan halen we juf Esther erbij. Zij heeft met haar gepraat en uiteindelijk weet ik niet of ze heeft gelezen.”
Esther: “Ja hoor, ze wou iets niet missen wat de klas op dat moment ging doen. Ik heb geregeld dat ze dat na het lezen alsnog mocht doen.”
Kobe: “Maar eigenlijk gebeurt dat bijna nooit, de meeste kinderen vinden het juist heel leuk om Bouw! te doen.”
Wat maakt het zo leuk om als tutor te helpen? Kobe: “Bijvoorbeeld de hulp die je kunt geven met spelletjes, dat vind ik heel grappig. Met Memory dacht een jongen iets niet te weten. Hij las ‘pop’ en klikte daarna op het plaatje ‘pop’. Daar werd hij heel enthousiast van. Het is leuk om kinderen te leren lezen, je helpt ze eigenlijk met hun toekomst. Lezen is echt heel belangrijk.”
Jasmijn: “Sommige kinderen vinden het ook niet leuk als je geen complimentjes geeft. Je moet daarom ook heel veel complimentjes geven.”
Juf Esther: “Ja, dat doen jullie heel goed.”
Jullie hebben ook een schema om te kijken naar de oefentijd per week. Hoe werkt dat? Kobe: “Het doel is om wel 60 minuten per week te halen.”
Juf Esther: “Bij de kleuters is dat 30 minuten. Heel soms lukt het niet om dit te halen. Maar het streven is er wel. Het is belangrijk dat de kinderen op tijd starten. Dan zijn ze ook op tijd klaar en kunnen ze in de klas om kwart voor 9 starten met de les.”
Kobe en Jasmijn hebben een stappenplan gemaakt voor de tutoren om de oefentijden bij elkaar op te tellen aan het einde van de week. Ze kwamen er achter dat klasgenoten niet altijd goed rekenden, omdat er maar 60 minuten gaan in een uur en de klasgenoten doortelden tot 100.
Esther: “We werken in blokken van 10 weken en dan hebben we een stopweek. In die week kijken we of alle oefentijden kloppen, vragen we welke tutoren door willen en maken we nieuwe schema’s.”
Kobe: “En houden we een nieuwe bijeenkomst om te kijken hoe het gaat.”
Esther: “De tutoren helpen met alle aspecten. Hun betrokkenheid is groot, ze voelen zich echt verantwoordelijk en stralen dat ook uit. Dat maakt dat het Bouw!-lezen voor mij elke dag weer een feestje is. Het is echt mijn genietmoment van de dag!”