Interactief voorlezen: een recept voor rijke taalontwikkeling
Leestijd 8 minuten
Door Iris Vansteelandt, Hilde Van Keer en Jona Hebbrecht
Hoe bouw je een interactief voorleesmoment op? En is interactief voorlezen dan niet hetzelfde als gewoon voorlezen? Hoe wordt interactief voorlezen motiverend en effectief? Kun je via interactief voorlezen de woordenschat verrijken en tekstbegrip versterken? In dit artikel geven we antwoorden op deze vragen en delen we naast inzichten uit onderzoek ook praktische tips om voorleesmomenten te versterken.
Wat is interactief voorlezen?
Interactief voorlezen is een voorleesaanpak waarbij je niet zomaar een verhaal vertelt of een tekst voorleest, maar tegelijkertijd interactie zoekt met de kinderen. Dit gebeurt voor, tijdens en na het voorlezen. Interactie lok je uit door stimulerende vragen te stellen, positieve feedback te geven en links te leggen met de leefwereld van kinderen. Op die manier betrek je hen maximaal bij de tekst (Mol e.a., 2009). Het is dus een manier van voorlezen waarbij je kinderen actief en doelgericht betrekt bij allerlei soorten teksten. Dit kunnen verhalende (prenten)boeken zijn, maar ook informatieve (prenten)boeken, brieven, kranten, gedichten of bijvoorbeeld tijdschriften. Bij een interactief voorleesmoment gaat het dus niet om éénrichtingsverkeer. De interactie tussen de voorlezer en de kinderen staat centraal en juist die interactie maakt interactief voorlezen zo (leer)rijk.
Waarom is interactief voorlezen een motiverende en effectieve methodiek?
De laatste jaren gaan er steeds meer alarmbellen af als het gaat om de lees- en taalvaardigheid en de leesmotivatie van kinderen. Om de neerwaartse spiraal te counteren is het belangrijk om in te zetten op krachtig lees- en taalonderwijs. Eén van de effectieve en motiverende manieren om het tij te keren, is inzetten op interactief voorlezen. Dit heeft positieve effecten op de taalontwikkeling van kinderen (Hadley e.a., 2021; Van der Wilt e.a., 2022). Zo kan interactief voorlezen bijvoorbeeld bijdragen aan woordenschatverbreding en -verdieping en het versterken van tekstbegrip. Naast effecten op het vlak van taalvaardigheid, heeft interactief voorlezen nog meer voordelen, zoals:
- Het bevordert de ontwikkeling van sociale en emotionele vaardigheden.
- Prikkelt de fantasie
- Ondersteunt perspectief-inname
- Biedt een brede blik op de wereld
- Kan helpen wiskundige concepten en taal aan te brengen
- Het draagt bij aan leesplezier
Tips voor interactief voorlezen
We geven graag een aantal kenmerken en bruikbare tips over interactief voorlezen, waarvan is aangetoond dat ze effectief zijn. Het is vooral belangrijk om de inbreng van kinderen uit te lokken en zo maximaal alle leerkansen te benutten in een interactief voorleesmoment.
-
Bespreek samen de eigenschappen van het boek
Tijdens een interactief voorleesmoment kun je stilstaan bij de eigenschappen van teksten. Afhankelijk van de leeftijd van de kinderen aan wie je voorleest, kun je uitleggen hoe je met een boek omgaat en wat je van teksten kunt verwachten. Zo kun je ook typografische elementen in een tekst betekenis geven.→ Wie is de auteur? Wat staat er op de omslag? Wil jij me helpen de flap open te doen? Doe jij de ene kant en ik de andere. Wat gebeurt er nu? Waarom staat dit woord zo groot?
-
Stel open vragen
Hiermee nodig je kinderen uit om actief mee te denken over wat ze zien en horen. Dat is de kern van interactief voorlezen.→ Wat zou de kat daar doen? Waarom loopt de kat zo snel weg?
-
Help kinderen door extra vragen te stellen en tips te geven
Wanneer kinderen het antwoord op jouw vraag niet meteen weten, hoeft dat niet te betekenen dat de vraag te moeilijk is of dat je hem zelf moet beantwoorden. Je kunt gerichte tips geven om het antwoord te ontdekken. Of ze kunnen elkaar helpen om het antwoord te vinden. Blijf doorvragen en moedig ook andere kinderen aan om na te denken over de vraag of de tekst. Zo kun je ook de diversiteit in de klasgroep benutten om leerkansen te creëren en zo kunnen kinderen met dezelfde thuistaal elkaar ondersteunen.→ Kijk eens, je ziet het hier op de prent. Kun jij me nog eens vertellen wat er hier allemaal staat? Dat is een interessant idee. Denk jij dat ook of dacht je iets anders?
-
Ga dieper in op de inhoud van de tekst
Tijdens het voorlezen geef je meer informatie bij gebeurtenissen in de tekst die vragen om verduidelijking of verdieping. Wat je wilt benadrukken, kies je op basis van je doel vooraf. Misschien wil je meer informatie geven over een thema gelinkt aan de tekst? Of langer stilstaan bij de onderliggende boodschap van de tekst?→ Waarom blaast de kat hier? Omdat ze boos is misschien?
-
-
Sta stil bij nieuwe woorden en uitdrukkingen
Een interactief voorleesmoment is ideaal om op een diepgaande manier de woordenschat te vergroten. Kinderen leren een woord of uitdrukking meteen in de context kennen, misschien zelfs met een afbeelding erbij. Bovendien kun je hen aanmoedigen om het nieuwe woord zelf te gebruiken en vervolgens feedback geven over de manier waarop ze het nieuwe woord in hun eigen taalgebruik integreren. Bij voorlezen aan meertalige kinderen kun je de link leggen naar hun thuistaal door te vragen of ze het woord ook in die taal kennen. Zo leren kinderen verbanden te leggen tussen woorden en uitdrukkingen in verschillende talen. Dit ondersteunt niet alleen de Nederlandse taalverwerving, maar is ook van belang voor het welbevinden van kinderen.→ Waarom spint de kat? Kun jij ook spinnen zoals een kat? Doe dit eens voor.
-
Bekijk samen aandachtig de afbeeldingen
Neem de tijd om samen naar de afbeeldingen te kijken en stel je open voor de inbreng van de kinderen. Benoem samen wat je ziet en ga erover in gesprek. Sommige afbeeldingen zijn duidelijk, anderen misschien gelaagder en kunnen wat verduidelijking gebruiken. Het kan ook nuttig zijn om de verhaallijn of woordenschat te koppelen aan wat er te zien is op de afbeeldingen. Bovendien is het essentieel om voldoende ruimte te bieden voor spontane reacties van de kinderen bij wat ze zien en ervaren.→ Wat zie je hier in het gras? Zien jullie wat de kat daar doet met haar oren? Waarom zou de tekenaar dit zo getekend hebben?
-
Geef positieve feedback en moedig de kinderen aan
Wanneer kinderen reageren of zelf inbreng geven tijdens het voorlezen, is het fijn om dat aan te moedigen. Je motiveert hen op die manier om nog meer zelf aan het woord te zijn en van een voorleesmoment echt een interactief moment te maken.→ Super dat je de kat gevonden hebt! Natuurlijk, dit kan ook een held zijn. Daar had ik zelf nog niet aan gedacht, wat een goed idee!
-
Gebruik de tekst om kinderen zelf te laten vertellen en leg de link met hun eigen leefwereld
Als kinderen dingen herkennen in de tekst, kunnen ze zich makkelijker inleven in personages of gebeurtenissen. De tekst kan natuurlijk ook elementen bevatten die de leefwereld van kinderen verbreedt. Ook dat is een doel van interactief voorlezen. Denk er dus zeker aan om te bespreken waarin de tekst verschilt van hun eigen leefwereld of wat er verrassend is voor hen.→ Wie heeft er ook een kat thuis? Wie vindt een kat een fijn dier, waarom? Wie heeft er net zoals ik een ander huisdier?
Hoe bouw je een interactief voorleesmoment op?
Om het maximum uit een interactief voorleesmoment te halen, is het belangrijk om je goed voor te bereiden. Stel een helder doel voorop dat je met voorlezen wilt nastreven. Wil je bijvoorbeeld nieuwe woordenschat aanreiken of wil je een nieuw thema introduceren? Wil je ervaringen of emoties van kinderen delen rond een bepaald onderwerp? Aansluitend bij dit doel kies je een gepaste tekst.
Zodra je zelf vertrouwd bent met de tekst, kun je nadenken over hoe je de verschillende voorleesfases (voor, tijdens en na het lezen) wilt vormgeven en hoe je effectieve kenmerken van interactief voorlezen in de drie fases benut. Hoewel de fase tijdens het voorlezen vaak als belangrijkste wordt beschouwd, is het cruciaal om in elke fase interactie te zoeken. Elke fase draagt namelijk op eigen wijze bij aan de impact van een interactief voorleesmoment (Gonzales e.a., 2014; Jansman, 2015).
Vooraf
In de fase voor het lezen kun je kinderen voorbereiden op wat er komt: een heerlijk voorleesmoment waarbij je samen in een tekst duikt om te genieten en te leren. Je kunt de kaft of een centrale prent uit de tekst beschrijven, de titel bespreken, enkele woorden bespreken die belangrijk zijn om de tekst te begrijpen, voorspellingen maken of bijvoorbeeld voorwerpen bekijken en bespreken.
In deze fase oriënteer je de kinderen op de tekst en geef je extra informatie, kennis en/of woordenschat mee die relevant is om de tekst beter te begrijpen. In deze fase kun je ook differentiëren. Misschien is het voor sommige kinderen noodzakelijk om bepaalde woorden vooraf te verduidelijken om de tekst te kunnen volgen, terwijl dat voor andere kinderen niet nodig is.
Tijdens het lezen
Je leest de tekst voor en gaat erover in gesprek. Daarbij houd je opnieuw rekening met de effectieve kenmerken van interactief voorlezen. Observeer de kinderen goed, zodat iedereen zo actief mogelijk betrokken wordt. Samen geef je betekenis aan woorden, zinnen en de volledige tekst. Daag kinderen ook tijdens deze fase uit om verbanden te zoeken en illustraties diepgaand te bekijken. Tijdens deze fase is het vooral belangrijk om een evenwicht te vinden tussen de flow van de tekst en ruimte voor de inbreng van kinderen. En houd het doel dat je wilt bereiken goed voor ogen.
Na het lezen
Maak ruimte voor een nabespreking van de tekst. Dit kan op verschillende manieren, zoals: dieper ingaan op de inhoud, spreken over emoties die de tekst oproept of je kunt bepaalde thema’s verder bespreken. Je kunt ook terugblikken op voorspellingen die de kinderen vooraf misschien maakten. Laat ze verbanden leggen met de actualiteit of met hun eigen leefwereld. Je kan ook een creatieve verwerkingsopdracht aan de tekst koppelen, zoals de kinderen een ander eind laten bedenken voor het verhaal.
Deze fase na het lezen wordt door tijdsgebrek jammer genoeg soms overgeslagen. Toch is deze fase essentieel. Tijdens dit moment kun je als voorlezer nagaan of kinderen de inhoud van de tekst goed begrepen hebben, of ze nieuwe woorden en uitdrukkingen op de juiste manier hebben opgepikt en wat hen opviel of bijblijft. Dit is ook het perfecte moment om dieper in te gaan op bepaalde thema’s die anders misschien moeilijk(er) bespreekbaar zijn.
Zelf aan de slag met interactief voorlezen?
Bij de Iedereen Leest Academie vind je nog meer handvaten om aan de slag te gaan met interactief voorlezen. Scan de QR-code en op de website vind je een online leertraject met acht op elkaar voortbouwende modules, waarmee je als individuele leerkracht of met je hele schoolteam aan de slag kunt om de aanpak voor interactief voorlezen (verder) te versterken. Het gaat om deze modules:
- Wat zijn de kenmerken van interactief voorlezen?
- Hoe selecteer je rijke teksten en hoe creëer je een motiverende leesomgeving?
- Hoe ga je in interactie aan de hand van rijke vragen?
- Hoe verrijk je woordenschat tijdens interactief voorlezen?
- Hoe bevorder je het tekstbegrip van leerlingen?
- Hoe kun je leerlingen monitoren tijdens interactief voorlezen?
- Hoe betrek je het leesnetwerk bij interactief voorlezen?
- Hoe kan interactief voorlezen je leesbeleid versterken?
Over de auteurs
Iris Vansteelandt is lerarenopleider en onderzoeker aan AP Hogeschool, werkt als leesonderwijsexpert bij Iedereen Leest en is postdoctoraal medewerker aan de onderzoeksgroep Taal, Leren, Innoveren van Universiteit Gent. Iris is co-auteur van het handboek 'Volop Taal, Didactiek Nederlands voor de lagere school' en samen met Jona Hebbrecht (lerarenopleider en onderzoeker aan Odisee Hogeschool) auteur van het handboek voor krachtig leesonderwijs ‘Van leerlingen lezers maken’. Hilde Van Keer is hoogleraar aan de vakgroep Onderwijskunde van Universiteit Gent en hoofd van de onderzoeksgroep Taal, Leren, Innoveren.
Bronnen en referenties
- Gonzales, J. E., Pollard-Durodola, S., Simmons, D. C., Taylor, A. B., Davis, M. J., Fogaty, M., & Simmons, L. (2011). Developing low-income preschoolers’ social studies and science vocabulary knowledge through content-focused shared book reading. Journal of Research on Educational Effectiveness, 4, 25-52.
- Grazzani, I., & Ornaghi, V. (2011). Emotional state talk and emotion understanding: A training study with preschool children. Journal of Child Language, 38(5), 1124–1139.
- Hadley, E.B., Dedrick, R. F., Dickinson, D. K., Eunsook, K., Hirsh-Pasek, K., & Golinkoff, R. M. (2021). Exploring the relations between child and word characteristics and preschoolers’ word-learning. Journal of Applied Developmental Psychology, 77.
- Jansman, M. (2015). Interactief voorlezen: Kinderen vertellen zelf het verhaal. Artikel online
- Mol, S. E., Bus, A. G., & de Jong, M. T. (2009). Interactive Book Reading in Early Education: A Tool to Stimulate Print Knowledge as Well as Oral Language. Review of Educational Research, 79(2), 979-1007.
- Op ‘t Eynde, E., Depaepe, F., Van Den Noortgate, W., Verschaffel, L., & Torbeyns, J. (2022). Future preschool teachers’ mathematical questions during shared book reading. European Journal of Psychology of Education.
- Schapira, R., & Aram, D. (2020). Shared Book Reading at Home and Preschoolers’ Socio-emotional Competence. Early Education and Development, 31(6), 819-837.
- Trivette, C. M., & Dunst, C. J. (2007). Relative effectiveness of dialogic, interactive, and shared reading interventions. Learning, 1(2), 1–12.
- van der Wilt, F., Smits-van der Nat, M., & van der Veen, C. (2022). Shared Book Reading in Early Childhood Education: Effect of Two Approaches on Children’s Language Competence, Story Comprehension, and Causal Reasoning. Journal of Research in Childhood Education, 36(4), 592-610.
- Vanparys, S. (2023). Read with me, I will learn: Interactive book reading as a foundation for vocabulary development and story comprehension in the first and second grade. Ghent University. Faculty of Psychology and Educational Sciences, Ghent, Belgium.
-