Ondersteuningsniveau 2: mijn leerling komt niet mee met de klas, en nu?

Leestijd 4 minuten

Categorie(ën):
[NL-L] Ondersteuningsniveau 2: mijn leerling komt niet mee met de klas, en nu?

Als leerkracht is het omgaan met de verschillen tussen leerlingen een van de meest uitdagende maar ook belangrijkste aspecten van het onderwijs. Differentiëren kan een cruciale rol spelen in het ondersteunen van leerlingen met verschillende niveaus, achtergronden en leerstijlen. Maar hoe doe je dat dan als leerkracht met een klas vol leerlingen en een overvol curriculum?

Het continuüm van zorg

Het onderwijs heeft als taak goed lees- en spellingonderwijs te bieden. Een belangrijke factor daarbij is het signaleren van leerlingen waarbij het niet goed gaat en deze leerlingen de juiste ondersteuning bieden. De ‘Handreiking voor de invulling van ondersteuningsniveau 2, 3 en 4 bij lees-/spellingproblemen en dyslexie’ (Dyslexie Centraal) geeft meer duidelijkheid over wat er van scholen (en leerkrachten) wordt verwacht. In deze handreiking worden de stappen die het onderwijs en eventueel de zorg zouden moeten zetten voor leerlingen met (ernstige) lees- en/of spellingproblemen besproken aan de hand van het continuüm van zorg (Struiksma 2005).

Ondersteuningsniveau 1

Allereerst hebben alle leerlingen recht op goed lees- en spellingonderwijs in klassenverband. Dit valt in het continuüm van Struiksma onder ondersteuningsniveau 1 (ON1). Hoewel goed onderwijs voor alle leerlingen heel logisch lijkt, zien we toch dat uit het onlangs verschenen rapport ‘De staat van het Onderwijs 2024’ naar voren komt dat 20% van de scholen door de inspectie als onvoldoende of zeer zwak wordt beoordeeld. En hoewel de onderwijsinspectie stuurt op meer focus op de basisvaardigheden, blijkt dat te weinig leerlingen het 2F niveau voor taal beheersen (lezen en taalverzorging) en dat minder dan de helft (45,9%) van de leerlingen uit het basisonderwijs het streefniveau (1S) voor rekenen beheerst.

Ondersteuningsniveau 2

Leerlingen die niet meekomen met alleen het aanbod op ON1 hebben een intensiever aanbod nodig. Extra begeleiding in de klas door de leerkracht. Dit valt in het continuüm onder Ondersteuningsniveau 2 (ON2). Het doel is om ervoor te zorgen dat met een intensievere verlengde instructie de leerling de aansluiting met de groep kan behouden. Om dit succesvol te doen zal de effectiviteit van de gegeven extra instructie doorslaggevend zijn. De leerkracht moet dus goed op de hoogte zijn waar de leerling tegenaan loopt en daar de instructie op aanpassen.

Waar bestaat een goede ondersteuning op ON2 dan uit?

In de handreiking van Dyslexie Centraal worden de volgende elementen genoemd: verlengde en verdiepende instructie, herhaling in kleinere stappen, specifieker van inhoud en met meer oefentijd en meer begeleide inoefening.  Het bieden van extra begeleiding aan leerlingen met leerproblemen in de klas vereist een aanpak die gericht is op het individu en die verschillende strategieën omvat om de specifieke behoeften van elke leerling te ondersteunen. 

Tips voor in de klas

Effectieve Differentiatie in de Klas
  1. Differentiatie van instructie: Pas de instructie aan om tegemoet te komen aan de verschillende leerstijlen, tempo's en niveaus van de leerlingen in de klas. Dit kan inhouden dat de leerkracht verschillende instructiestrategieën gebruikt, extra ondersteuning biedt aan leerlingen die het nodig hebben, of juist verrijkende activiteiten aanbiedt aan leerlingen die meer uitdaging nodig hebben.
  2. Werken in groepen: Groepeer leerlingen op basis van hun behoeften en vaardigheden en varieer deze groepen regelmatig. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat je soms groepswerk doet waarbij leerlingen met verschillende niveaus samenwerken, en andere keren groepen vormt op basis van vergelijkbare niveaus, zodat ze elkaar kunnen ondersteunen en van elkaar kunnen leren.
  3. Identificeer de individuele vraag: Neem de tijd om de specifieke lees- en/of spellinguitdagingen van de leerling te begrijpen. Het helpt om hiervoor ook individueel met leerlingen te werken, vooral met diegenen die extra ondersteuning nodig hebben. Laat de leerling bijvoorbeeld uitleggen hoe ze tot een oplossing komen. Zo ziet de leerkracht welke strategieën een leerling gebruikt bij het uitvoeren van de taak.
  4. Bied een verscheidenheid aan leermiddelen aan: Gebruik tekstboeken, online bronnen, audiovisueel materiaal en hands-on activiteiten. Op deze manier kunnen leerlingen op verschillende manieren leren.
  5. Gebruik ondersteunende educatieve softwareprogramma’s: Leerlingen die niet goed meekomen hebben wellicht behoefte aan extra ondersteuning. Om dat effectief aan te pakken, kunnen educatieve softwareprogramma’s ingezet worden die de leerling en leerkracht ondersteunen. Met educatieve softwareprogramma’s leren leerlingen op hun eigen tempo en kunnen ze lesstof krijgen die is aangepast aan hun individuele behoeften en vaardigheden. Dit maakt differentiatie in de klas gemakkelijker en kan ervoor zorgen dat elke leerling optimaal kan leren. Het voordeel van de inzet van deze programma’s is dat leerkrachten de resultaten goed kunnen monitoren en bijsturen waar nodig. Zie het kader voor voorbeelden van programma’s van Lexima die op ON2 ingezet kunnen worden.
  6. Differentieer de beoordeling: Bied verschillende manieren aan waarop leerlingen hun begrip kunnen laten zien. Dit kan bijvoorbeeld zijn door middel van schriftelijke opdrachten, mondelinge presentaties en overhoringen of (multimediale) projecten.

Differentiëren in de klas vergt flexibiliteit, creativiteit en een goed begrip van de vraag van individuele leerlingen. Door deze aanpak kunnen leraren een inclusieve leeromgeving creëren waarin alle leerlingen worden uitgedaagd en ondersteund om hun volledige potentieel te bereiken. Goede differentiatie sluit aan bij de 5 kenmerken van effectief onderwijs die van belang zijn voor het leren van leerlingen tijdens de les.