Effectieve hulp bij laaggeletterdheid

Leestijd 5 minuten

Categorie(ën):
[NL-L] Effectieve hulp bij laaggeletterdheid

Laaggeletterdheid is moeite hebben met lezen en schrijven, dat niet komt door een leerstoornis zoals dyslexie. Het is vaak gerelateerd aan slecht onderwijs, beperkte educatieve kansen en/of onvoldoende ondersteuning tijdens het leerproces. Hierdoor beïnvloedt laaggeletterdheid het functioneren en participeren in de samenleving. Onze programma’s, zoals Bouw! en Letterster, helpen kinderen daarom om extra te oefenen.

Waarom?

Of je nu een schoolleider, onderwijsprofessional of ouder bent, samen met Lexima vind je de praktische hulpmiddelen en oplossingen. Omdat iedereen een eerlijke kans op succes verdient.

✓ Voor een betere lees- en schrijfvaardigheid
✓ Effectief bevonden door experts
✓ Ondersteuning voor effectief gebruik

Geletterdheid betekenis

Geletterdheid is kunnen lezen en schrijven. Het begrip omvat de competenties om geschreven of gedrukte informatie te verwerven, te verwerken en gericht te gebruiken. Aan het einde van de basisschool is een kind functioneel geletterd als ze 1F hebben gehaald. Dat betekent dat een kind leest en schrijft op het niveau van eind groep 6. Geletterdheid vormt de basis in onze samenleving. Geletterd zijn is daarom een vereiste om zelfstandig te kunnen functioneren en participeren in de samenleving.

Wat is laaggeletterdheid?

Laaggeletterdheid is moeite hebben met lezen en schrijven. Wie laaggeletterd is, heeft moeite om schriftelijke informatie te begrijpen, om formulieren in te vullen of te lezen. Laaggeletterdheid wordt ook wel functioneel analfabetisme genoemd. Dit beperkt mensen in hun dagelijks functioneren en ontwikkeling.

Laaggeletterdheid in Nederland

In Nederland kampen veel mensen met laaggeletterdheid. Maar liefst 2,5 miljoen mensen in Nederland van 16 jaar en ouder zijn laaggeletterd. Het percentage jongeren van 15 jaar met een taalachterstand is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Van 11,5% in 2003 naar 17,9% in 2015. Deze achterstand is al opgelopen in het basisonderwijs.

Laaggeletterdheid in de maatschappij

De gevolgen van laaggeletterdheid zijn enorm. Laaggeletterden zijn minder vaak actief op de arbeidsmarkt, hebben minder vaak een vaste aanstelling, hebben vaker een laag inkomen, hebben minder vertrouwen in de medemens en beoordelen hun gezondheid vaker als matig tot slecht.

Laaggeletterdheid in de klas: wie loopt een risico?

Zeker jij als onderwijsprofessional speelt een belangrijke rol in de preventie en screening van laaggeletterdheid. Het is daarom van belang om te weten welke leerlingen een risico lopen op leesproblemen. Onderzoeken waarin de ontwikkeling van leerlingen langdurig gevolgd is, hebben aangetoond dat in het bijzonder een lage letterkennis en daarnaast vaak ook een zwak fonologisch bewustzijn in groep 2 belangrijke voorspellers zijn van latere leesproblemen. Het is dus de taak van de school om deze instrumenten te benutten en vroegtijdig te screenen op deze vaardigheden.

Redenen van zwakke beginnende geletterdheid

De redenen van zwakke beginnende geletterdheid (cognitief risico) zijn divers. Een van de redenen is dat sommige leerlingen minder ervaring hebben met boeken, taal en letters. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat een leerling weinig motivatie of zelfvertrouwen heeft om actief deel te nemen aan activiteiten voor geletterdheid of omdat de ouders thuis laaggeletterd zijn of een andere taal spreken.

Leerlingen met een familiair risico op dyslexie lopen tot wel tien keer meer kans om zelf ook ernstige leesproblemen te ontwikkelen dan leerlingen zonder dat risico. Daarom is het verstandig om al tijdens de aanmelding van de leerling, te vragen of er familieleden zijn met lees- en/of spellingsproblemen.

Beginnend geletterdheid

Beginnend geletterdheid betreft de kennis en vaardigheden die leerlingen nodig hebben om in groep 3 te leren lezen en schrijven. Als leerkracht in de kleutergroep heb je dus een belangrijke rol. Om de kans op laaggeletterdheid te verkleinen, is het belangrijk om leerlingen vroeg te screenen zodat preventieve hulp gestart kan worden bovenop het aanbod in de klas.

Preventie van geletterdheid

Al voordat kinderen leren lezen, zijn er grote verschillen in geletterdheid. Uit onderzoek blijkt dat kinderen die met een achterstand beginnen aan het leesproces, al een groot risico lopen, aangezien zij deze achterstand meestal niet meer inhalen. Daarom spreken we over drie uitgangspunten voor preventie van laaggeletterdheid:

Zo vroeg mogelijk beginnen met hulpverlenen
Bij de overgang van groep 2 naar 3 lopen de verschillen tussen leerlingen in letterkennis uiteen van minder dan vijf tot meer dan 20 letters. Leerlingen die in het najaar van groep 2 zwak zijn in letterkennis en klankbewustzijn, ontwikkelen vaak een leesachterstand die ze in groep 8 nog hebben. Door preventieve hulp kan die achterstand al voor de start aangepakt worden.

De hulp volhouden
Preventieve programma’s in groep 2 hebben een positief effect op letterkennis en klankbewustzijn. Is er uiteindelijk sprake van laaggeletterdheid en blijft het kind achter in zijn of haar lees- en/of spellingontwikkeling? Maak gebruik van remediërende software of compenserende software.

De hulp individualiseren
Leerlingen met een risico op laaggeletterdheid, hebben veel meer intensievere oefening nodig dan leerlingen die geen risico lopen. Door tijdige individuele hulp neemt de afstand in leesontwikkeling tussen leerlingen met en zonder risico echter af in plaats van toe.

Geletterdheid bevorderen

Voorkom dat geletterdheid ontstaat en geef leerlingen die risico lopen preventieve ondersteuning. Maak het verschil door geletterdheid te bevorderen. Lexima biedt een preventieve aanpak voor leerlingen van de leeftijd 4 tot 7 jaar. Zij krijgen extra ondersteuning nog voor zij een achterstand hebben opgelopen. Zo wordt er een goede basis gelegd om de lees- en spellingvaardigheid verder te ontwikkelen. Zet Bouw! in.

Bouw!

Bouw! is een preventief programma dat leerlingen ondersteunt bij beginnende geletterdheid en leren lezen. Het programma geeft inzicht in alfabetische principes als de klank-tekenkoppeling en draagt bij aan de ontwikkeling van het fonemisch bewustzijn.

Zet Bouw! in op ondersteuningsniveau 2 en 3. Het is geschikt voor leerlingen vanaf halverwege groep 2 tot en met groep 4.

Vragen?

Meer weten over laaggeletterdheid en het aanschaffen van onze programma’s? Neem gerust contact met ons op. We helpen je graag verder.

Meest gestelde vragen

  • Wat is het verschil tussen laaggeletterdheid en analfabetisme?
    Laaggeletterdheid wordt ook wel functioneel analfabetisme genoemd. Het verschil is dat analfabetisme betekent dat iemand helemaal niet kan lezen of schrijven. Bij laaggeletterdheid heeft iemand hier moeite mee.
  • Wat is het verschil tussen laaggeletterdheid en dyslexie?
    Laaggeletterdheid is moeite hebben met lezen en schrijven. Personen die laaggeletterd zijn, ervaren problemen bij het begrijpen van geschreven informatie, het invullen van formulieren of lezen.

    Dyslexie is een specifieke leerstoornis door een hardnekkig probleem bij het aanleren van accuraat en vlot lezen en/of spellen op woordniveau. Dyslexie is aangeboren en niet het gevolg van omgevingsfactoren en/of een lichamelijke, neurologische of algemene verstandelijke beperking.

    Het verschil tussen laaggeletterdheid en dyslexie zit in de oorzaak. Vaak worden ze als één-en-hetzelfde genoemd, maar niks is minder waar. Gerlinde: “Zo kan dyslexie wel een oorzaak zijn van laaggeletterdheid, maar is laaggeletterdheid nooit de oorzaak van dyslexie.” Als je laaggeletterdheid hebt bestreden is dyslexie wat overblijft.
  • Hoe herken ik laaggeletterdheid?
    Laaggeletterdheid herken je aan verschillende signalen:
    1. Lezen van instructies
    2. Schrijven van een samenhangende tekst
    3. Beperkte woordenschat
    4. Moeite met het invullen van formulieren
    5. Vermijden van situaties waarin je moet lezen of schrijven - en komen met excuses
  • Wat zijn de meest voorkomende oorzaken van laaggeletterdheid?
    Laaggeletterdheid kan verschillende oorzaken hebben, zoals het gebrek aan goede scholing, opgroeien in een taalarm gezin of in armoede leven. Ook leerproblemen, zoals bijvoorbeeld dyslexie, en een anderstalige achtergrond kunnen een oorzaak zijn.
  • Welke impact heeft laaggeletterdheid op het dagelijks leven?
    Iemand die laaggeletterd is kan problemen hebben op school of werken. Ook het privéleven leidt er vaak onder, zoals een laag zelfbeeld en sociale isolatie.
  • Is er een verband tussen laaggeletterdheid en sociaaleconomische status?
    Mensen met een lagere sociaaleconomische status hebben vaak minder toegang tot kwalitatief goed onderwijs, hulpmiddelen en andere mogelijkheden voor ontwikkeling. Hierdoor kan dit leiden tot een hoger risico op laaggeletterdheid.