Profi Pendi zet Bouw! in op alle scholen

Samenwerkingsverband Profi Pendi heeft de preventieve interventie Bouw! aangeschaft. Alle 75 scholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband zetten Bouw! in om leesproblemen te voorkomen en zo bij te dragen aan kansengelijkheid.

Lexima ging langs bij Profi Pendi en sprak met directeur-bestuurder Marjolein Sluijters en beleidsmedewerker Maartje Ebben. Kijken naar wat het kind nodig heeft. Dat is waar het volgens Marjolein Sluijters om gaat in het onderwijs. ‘Het is de uitdaging om aan te sluiten op de ondersteuningsbehoefte van leerlingen,’ legt ze uit. ‘We willen in onze regio een dekkend taalaanbod realiseren. Door taal een speerpunt te maken, werken we onder andere aan meer kansengelijkheid.’

Samenwerkingsverband Profi Pendi wil voor alle leerlingen een ononderbroken ontwikkelingsproces mogelijk maken. Sluijters: ‘Elke leerling verdient het best passende onderwijsaanbod, zeker als hij of zij behoefte heeft aan extra ondersteuning. Om leesproblemen te voorkomen heeft Profi Pendi Bouw! aangekocht voor alle 75 scholen die zijn aangesloten bij het samenwerkingsverband.’

De preventieve aanpak van Bouw! ondersteunt leerlingen in de groepen 2 tot en met 4 die een risico lopen op leesproblemen. Deze risicoleerlingen krijgen extra ondersteuning, nog voor zij een achterstand hebben opgelopen. Deze vroegtijdige ondersteuning is heel belangrijk, want een opgelopen leesachterstand wordt maar zelden volledig ingehaald. Uit diverse onderzoeken blijkt dat scholen die Bouw! inzetten een blijvende afname zien van ruim 60% in het aantal leerlingen met leesproblemen en dyslexie.

In juni 2020 is het nieuwe ondersteuningsplan ingegaan. Daarin is taal een van de speerpunten voor de komende vier jaar. Sluijters legt uit: ‘We hebben taal als speerpunt heel ruim omschreven waardoor we VVE, dyslexie en laaggeletterdheid eronder kunnen vangen. Zo willen we zorgen voor meer kansengelijkheid, zeker bij de leerlingen die in een taalarme omgeving opgroeien.’

‘Op het moment dat we de speerpunten in de IB-netwerken toelichtten waren er direct IB’ers die kansen voor Bouw! zagen’, vervolgt Sluijters. ‘Dat paste precies in de werkwijze van ons samenwerkingsverband. Ideeën die van onderop komen hebben namelijk de meeste kans om een succes te worden. De timing was perfect, want de begroting was nog niet vastgesteld. Hierdoor konden we heel snel geld voor Bouw! vrijmaken.’

Om de effectiviteit te meten, maken ze eerst inzichtelijk hoe de situatie op dit moment is. Bij de vijf gemeentes waarbinnen Profi Pendi actief is, zijn gegevens over dyslexieverwijzingen opgevraagd. In Bouw! worden de vorderingen van de leerlingen bijgehouden. Zo kan de IB’er precies zien welke punten extra aandacht verdienen. Maar de cijfers geven ook op schoolniveau inzicht in het gebruik en de resultaten. De inzet van Bouw! zal zeker te zien zijn in de verwijzingen naar dyslexiezorg.

De invoering verliep voorspoedig. ‘Bouw! wordt breed gedragen binnen het samenwerkingsverband’, weet Sluijters. ‘Naast het daadwerkelijke programma maken wij gebruik van scholing om te zorgen dat de IB’ers en Bouw!-coördinatoren over de juiste vaardigheden beschikken om de hoogste leeropbrengst te halen. De eerste trainingsronde behandelt de basisvaardigheden om met het programma te werken. Bij de tweede ronde bieden we zowel de basistraining als de verdiepingstraining aan.’

‘De afzonderlijke scholen bepalen zelf op welke manier ze Bouw! gaan gebruiken’, vult Maartje Ebben aan. ‘De vrije keuze van scholen staat altijd centraal. Ze kiezen zelf welke leerlingen ermee gaan werken en wat het moment van starten is. Ook wie ze als tutor inzetten is iets wat ze zelf beslissen. Natuurlijk delen we de succesverhalen over inzet in groep 2, waar het als preventief in plaats van curatief wordt ingezet.’

Juist deze aanpak zorgt voor een goede continuïteit en borging doordat de inzet van het programma niet meer de verantwoordelijkheid van één persoon op school is, maar breed wordt gedragen. Bouw! staat op de agenda in IB-netwerken, in nieuwsbrieven wordt het behandeld en zelfs in het directeurenoverleg is het een item. Marjolein: ‘We doen er alles aan om iedereen scherp te houden. Zo voorkomen we dat leerlingen buiten de boot vallen. Wij willen dat kinderen een ononderbroken schoolontwikkeling hebben en op een plek uitkomen die past bij hun talenten, kwaliteiten, kennis en kunde.’